Het ras

Oorsprong
In de zesde eeuw kent West-Europa grote invallen vanuit Centraal Europa.
De invallers doorkruisen het Frankische en Gallische rijk, richting Spanje en Portugal. De karren met wapens en voorraad worden getrokken door runderen die hen tevens in voedsel voorzien. Oorspronkelijk schijnen deze runderen te behoren tot een enkel ras: de Bos Aquitanicus. Door kruising ontstaan in zuidwest Frankrijk drie onderrassen:

  • de Westelijke Pyreneeën. Onder invloed van het natuurlijke milieu worden de dieren kleiner. Sinds 1921 wordt deze soort de Blonde der Pyreneeën genoemd.

  • de Garonne-streek (tussen Agen en Bordeaux). Hier vindt men de Garonnaise des Côteaux (donker blond) en de Garonnaise des Plaines (licht blond).

  • de Quercy. In 1920 splitsen de fokkers van de Tarn en Garonne-streek zich af van het stamboek Garonnais en vormen het Quercy-ras, op basis van de Garonnaise de Côteaux. Om hun ras te differentiëren wordt veelvuldig aan kruising met het ras Limousin gedaan.

Uiteindelijk zijn de drie rassen samengevoegd. Sinds 1962 bestaat het Stamboek Blonde d’Aquitaine. Het ras wordt officieel erkend als ras van nationaal belang voor de productie van slachtvee. Het Nederlandse Blonde d’Aquitaine Stamboek is opgericht in 1982.

Kenmerken

Kleur

  • Tarwekleuring, variërend van licht naar donker. Vaak geappeld
  • Lichtere kleuren rong ogen en muil, binnenkant dijen en buik
  • Roze slijmvliezen zonder bruine krans
  • Lichte fijne horens, zonder zwarte uiteinden


Lichaam

  • Lang en evenwichtig, elegant met een fijne huid
  • Expressieve gerekte kop met brede muil
  • Fijne botten, correct beenwerk en goede gang
  • Brede rechte rug, goede aansluiting met schouder en lendenen, dik gespierd


Achterhand

  • Zeer gespierd met ruim lang bekken
  • Bekken licht hellend zonder dakvormig kruis
  • Verzonken staartinplant
  • Ronde lange broek met dikke dijen


Voorhand

  • Brede, gespierde schoft
  • Diepe gewelfde borst
  • Schouders goed aangesloten
  • Schofthoogte volwassen koeien 1.50 m, gewicht 1000-1100 kg
  • Schofthoogte volwassen stieren 1.60 m, gewicht 1100-1300 kg

Slachtkenmerken

  • Gemiddeld slachtrendement: 63 à 67 % tot 72%
  • Het beste percentage edele stukken bij de versnijding
  • Vlees met zeer weinig vetaanzet, een zeer fijne korrel en zeer smakelijk


Eigenschappen


Diverse doeleinden
Ook in Nederland heeft de Blonde d’Aquitaine een grote vlucht genomen. Werd het ras eerst vaak gekruist, tegenwoordig is de aandacht gericht op de zuivere fokkerij. Het ras combineert een aantal eigenschappen die het voor de vleesveehouder, de slager en de consument tot een ideaal rundveeras maken:

  • grote, lange dieren met zeer ruime bekkens, dit geeft vlotte geboortes
  • enorme groeisnelheid kalveren: 1500 tot 1600 gram per dag
  • de dieren leveren een superieure vleeskwaliteit; fijne vleesdraad, erg malse biefstuk, fijn skelet dat zorgt voor hoog rendement, veel bespiering over het gehele lichaam, weinig vetaanzet en cholesterolarm

Gemakkelijke geboorten en sterke dieren
De kalveren worden met hun gerekte lichaam probleemloos geboren.
Het percentage natuurlijke geboortes bij de Blonde d’Aquitaines bedraagt maar liefst 95%.
Na enkele weken begint de werkelijke spieraanzet. De Blonde d’Aquitaine zoogt haar kalf onder natuurlijke omstandigheden een half jaar; dit levert sterke en gezonde kalveren op. Ze zijn weinig gevoelig voor ziekten en goed vruchtbaar. Door de goede gezondheid van het ras, kunnen deze koeien een hoge leeftijd bereiken.

Groei en karakter
Het afmesten op stro zorgt voor optimale groei. Stieren kunnen een zeer hoge groeisnelheid realiseren. Op tweejarige leeftijd is een geslacht gewicht van 550 kg normaal. Het gemiddeld slachtrendement bij stieren is 63-66%. Fijne beenderen en weinig vet zorgen voor een hoog percentage kwaliteitsvlees. De grote, statige dieren hebben een rustig karakter mits er met rust en respect mee wordt omgesprongen. De Blonde d’Aquitaine staat bekend om z’n hoge groeisnelheid. Deze groei wordt gerealiseerd met een karig rantsoen. Dat maakt het ras geschikt voor begrazing van natuurterreinen. Vanwege de goede eigenschappen kiest men ook in de biologische vleesveehouderij vaker voor het Blonde d’Aquitaine ras.